Een “monument” in een kerkgebouw anno 1960
Het orgel is eind 1990 in gebruik genomen. Doelstelling was een stijlvol orgel met een warme en dragende uitstraling, dat primair geschikt is voor de begeleiding van de karakteristieke Veluwse zang tijdens de erediensten.
De herkomst (periode ’s Gravenhage)
Het orgel heeft eerst gestaan in de Remonstrantse kerk te ’s Gravenhage. Het werd gebouwd in de ateliers van de nog steeds goed bekend staande orgelbouwers Flaes en Brünjes. Het stadsarchief van ’s Gravenhage bevat documentatie over de bouw. In 1863 laat de kerkenraad weten dat de opdracht aan Flaes zal worden verstrekt. Het originele met de hand geschreven contract is bewaard gebleven. Daarin staat ook de dispositie: Hoofdklavier: Bourdon 16, Prestant 8 met wijde mensuur, Roerfluit 8, Octaaf 4, Gedekte fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Cornet 4 sterk, Mixtuur en Trompet 8, gehalveerd. Bovenklavier: Saliconaal 8, Holpijp 8, Viola di Gamba 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Octaaf 2, Dulciaan 8. Pedaal: Subbas 16, Prestant 8, Fagot 16 en Trompet 8. Koppelingen: Klavierkoppeling gehalveerd, pedaalkoppelingen met hoofd- en bovenklavier. Tremulant: op bovenklavier.
Interessant is het volgende citaat over fondsenwerving:
“De Koning, de Koningin, Prins Frederik en Prinses Marianne schonken ieder fl. 100. De Prins van Oranje achtte geen termen aanwezig, doch stelde toch fl. 30 voor de armen ter beschikking…..”. Op 18 september 1864 werd het nieuwe orgel in gebruik genomen.
Restauratie en plaatsing in de Christelijke Gereformeerde Kerk te Harderwijk
De kerkenraad besloot naar aanleiding van het unanieme advies van orgelcommissie en commissie van beheer op 10 mei 1988 om fa. Slooff opdracht te verlenen. Kosten fl. 288.000. Voor het orgel zoals het nu in Harderwijk staat moest een geheel nieuw front worden gemaakt Ook mechanieken, registeraanduidingen, speeltafel en gedeelten van windkanalen en pijpwerk zijn in Flaes-stijl vernieuwd, waarbij het orgel uit de Oosterzijderkerk te Zaandam model stond.